Royal
Casting Club
of Flanders VZW
sedert 1972
 
Castinfo
Over de club
e-mail
Vliegvissen
Vliegwerpen
Vliegbinden
Challenge B&B
Activiteiten
Artikels
Fotopagina
Wedstrijdkalender
Links
Tweedehands
 
 

De vis van duizend worpen

 

Op zeeforeljacht langs de Noorse kust
Tekst en Foto's: Simon desmet

 

In september 2007 verhuisde vismaat en ex-CCF'er Rudy Vanherreweghe met zijn gezin naar Zuid-Noorwegen. Skåtøy, een eiland voor de kust van Kragerø in de provincie Telemark, werd zijn nieuwe thuis. Of ik zin had om op bezoek te komen en ondertussen wat op zeeforel te vissen? Dat hoefde Rudy geen twee keer te vragen

 

Daarom trek ik begin maart voor twee weken naar Skåtøy. Veel tijd om me voor te bereiden op deze voor mij totaal nieuwe visserij heb ik niet: ik lees enkele artikels op het internet en het boekje 'Zeeforel' van Harm ten Cate. Daaruit bind ik enkele streamers na. Meer houdt de voorbereiding niet in, dus ik zal me vooral ter plaatse in het zeeforelvissen moeten verdiepen. In de hoop wat sneller vertrouwd te raken met deze moeilijke visserij en omdat ik ook graag met kunstaas vis, neem ik me voor om het eerst met een 15-grams spinhengel en een lepel te proberen. In verschillende artikels lees ik immers dat sommigen er enkele jaren over doen om hun eerste zeeforel te vangen. Op Skåtøy ontmoet ik Duncan, een Nederlander én verwoed zeevisser die net als Rudy op dit eiland woont. Hij geeft me tal van nuttige tips over het zeeforelvissen en de geschikte stekken.

 

Hoewel het nog vroeg op het zeeforelseizoen is, werden de eerste zeeforellen al gevangen. Omwille van het koude water (4-5°C) springen de zeeforellen nog niet en zijn ze dus extra moeilijk te lokaliseren. Wegens de grillige kustlijn kunnen ze ook zowat overal zitten. Veel water afvissen en ervaring opdoen is dus de boodschap. Naast zeeforel schuimt ook kabeljauw, koolvis, wijting, verschillende soorten platvis en een enkele zalm de kust af op zoek naar voedsel. Vanaf eind april is ook zeebaars, geep en makreel van de partij.

 

 

De eerste worpen waag ik meteen op de eerste avond, terwijl we op de ferry van Kragerø naar Skåtøy staan te wachten. Een half uurtje werpen met een PAKO T16 levert niks op. De volgende dag proberen we het enkele uren vanaf de rotsachtige zuidkust van het eiland Jomfruland. Deze kant van het smalle eiland ligt in de luwte, waardoor de zon het koude water kan opwarmen en we misschien al zeeforel mogen verwachten. We zien er Grote en Zwarte Zee-eenden, IJsduikers, Brilduikers en wel honderd Eidereenden, maar geen vis.

 

's Anderendaags vang ik dan mijn eerste zeevissen ooit: twee kleine koolvissen op een 18-grams Blue Fox-lepel. 's Avonds zie ik in het schijnsel van een lantaarnpaal iets bewegen in het water: zagers! Ze zwemmen vrij snel, kriskras door elkaar. Groot is mijn verwondering wanneer ik plots vlak onder de oppervlakte een platvis zie. De actieve zagers moeten ongetwijfeld ook de aandacht van de zeeforellen trekken, benieuwd wat we de volgende dagen mogen verwachten.

 

De volgende avond zie ik op ?svika, de schitterende, redelijk ondiepe baai vlakbij de kerk van Skåtøy, dan toch een kring aan de oppervlakte! Ondanks mijn verwoede pogingen krijg ik geen beet. Ik verkas naar een volgende steiger en zie daar opnieuw een kring. Ik werp mijn Herter Spoon, een lichte lepel die we ook in de polder gebruiken, onmiddellijk een eindje voorbij de plek en begin binnen te vissen. Na een vijftal meter krijg ik een tik: vis! Die trekt de hengel goed krom, maar al snel krijg ik de vis toch onder de kant. Het blijkt geen zeeforel, maar een kabeljauw van zo'n 45 cm te zijn! Verrassend dat ook kabeljauwen aan de oppervlakte azen.

 

De volgende avond valt er geen teken van vis te bespeuren. 's Anderendaags ga ik ondanks de felle regen en wind de hele namiddag vissen. Met een geleende trekkingfiets kan ik een groot stuk van het eiland afvissen, en zo kan ik mijn twee geliefkoosde hobby's tegelijk uitoefenen. Vis levert deze sessie echter niet op. Toch geniet ik van de schitterende rust en de natuur die geleidelijk uit haar winterslaap ontwaakt. Ik ben hier dan ook niet om zoveel mogelijk vis te vangen, maar geniet ervan buiten te zijn. Mijn zakverrekijker maakt dan ook steevast deel uit van mijn visuitrusting. Ik kom op prachtige plekken, en ondertussen maak ik kans om een schitterende vis aan de haak te slaan. Al wordt het me steeds duidelijker waarom zeeforel als 'de vis van 1.000 worpen' omschreven wordt...

 

Wanneer ik terug bij Rudy aankom, blijkt dat Duncan een mooie zeeforel van 60 cm gevangen heeft! Het is dus toch niet onmogelijk, ik schep er zoveel moed uit dat Duncan en ik beslissen om vanuit zijn boot nog een paar uurtjes in het donker voort te vissen. Dat is een aparte belevenis, maar tegen 20.00 u geven we er - volledig doorweekt -toch maar de brui aan. Morgen beter...

 

 

De Noorse kust is totaal verschillend van de Belgische: zandstranden komen er veel minder voor dan rotskusten. Ook is er nauwelijks getijdenwerking: het waterpeil wordt immers door een wisselende luchtdruk en het weer boven de Noordzee bepaald. Slecht weer levert hoog water op, wat de kansen verhoogt om zeeforel te vangen. En het water langs de Noorse kust is heel erg helder: van op een steiger kon ik de zeesterren tellen die een vijftal meter lager over de zeebodem kropen!

 

Tegen de volgende ochtend zijn onze kleren opgedroogd, dus kunnen we (Rudy, Duncan en ik) er weer tegenaan. Vandaag bevissen we de rotsachtige zuidwestkust van Skåtøy. Na een paar uur krijg ik dicht tegen het talud beet, de hengel wordt goed kromgetrokken! Ook dit keer is het een mooie kabeljauw.

 

Na het middageten zet ik alleen door. Rudy en Duncan verwachten niet zoveel van de namiddag, en kunnen zich als locals natuurlijk op de beste tijdstippen van de dag concentreren. Maar die luxe heb ik niet, dus vis ik enkele nieuwe baaien af. Ik denk bij mezelf dat ik ondertussen zeker al aan 2.000 worpen moet zitten. Maar wanneer ik van op een steiger een schitterende, naar het einde steeds ondieper wordende baai bevis, voel ik bij de zoveelste worp een licht tikje. Bodem, planten, of toch vis? De laatste optie, want op het einde van de worp zie ik een zeeforel van zo'n 40 cm gezwind achter de lepel komen Ik versnel de lepel even, maar de vis verdwijnt even snel als hij gekomen was! Knap frustrerend is dat, maar dit is meteen het sein om deze baai af te millimeteren.

 

Ik verkas naar de overkant van de baai om daar voort te vissen. Het lijkt alsof ik bij één van die worpen een kleine schim mijn kunstaas zie volgen, of heb ik me dat nu ingebeeld? Blijkbaar niet, want bij de volgende worp is het eindelijk raak! Ik voel een vinnige vis aan het andere eind van de lijn, dit moet zeeforel zijn. En dat is het ook, yesss!! Het is geen grote, 33 cm, maar ik ben er enorm blij om. Voorzichtig zet ik de prachtige, staalblauwe vis met zwarte stippen terug in zijn zilte element.

 

 

Nog nagenietend maak ik een nieuwe worp, want ik heb gelezen dat zeeforel in scholen jaagt. Dat blijkt ook, want ik voel tot tweemaal toe een lichte tik! Enkele worpen later haak ik wel vis, nu is het een zeeforel van naar schatting 27 cm. Ook die zet ik - uiteraard - na het onthaken netjes terug. Ik doe nog een halfuurtje voort, maar houd het dan voldaan voor bekeken. Voordat ik terugkeer, schiet ik nog enkele foto's van deze memorabele plek.

 

 

Nadat ik van op het vasteland van Kragerø nog een kleine zeeforel ving, was het tijd voor een nieuwe missie: een zeeforel op de vliegenhengel vangen. Daarvoor gebruik ik een 9'6" # 7-8 vliegenhengel en een intermediatelijn van Rudy. Ik vis met een leader van zo'n 5 meter lang en twee vliegen: een eenvoudige, garnaalachtige streamer bestaande uit olive marabou als staart, bruine chenille als lijfje en kettingoogjes. Die vind ik in de eerste plaats belangrijk om de vlieg wat dieper te laten gaan. Aan de dropper knoop ik een onverzwaarde, zwarte hairwingstreamer die ik in het boekje van Harm ten Cate op het spoor kwam.

 

Gewapend met deze uitrusting trek ik naar de zee. Eerst bevis ik de dichtstbijzijnde baaien, maar dan verkas ik naar de baai waar ik mijn eerste zeeforellen ving. In deze stek heb ik namelijk veel vertrouwen. Ik vis mijn vliegen gevarieerd en snel binnen. Omdat ik ze wat dieper wil laten gaan, vervang ik de onverzwaarde streamer voor een verzwaard zwart exemplaar (staart: zwarte marabou, lijfje: zwarte ice chenille) op haak 10 dat ik gewoon op reservoir gebruik. Ik vis tot het goed donker is, en maak dan een laatste worp om mijn lijn netjes te kunnen opspoelen. Net op dat moment loop ik vast. Of toch niet, aan de andere kant van de lijn begint iets te zwemmen! In het laatste avondlicht zie ik dat het een kleine kabeljauw van 35 cm is. Van een aangename verrassing in blessuretijd gesproken!

 

 

De volgende dag toon ik Rudy deze goede baai. Hoewel we tot driemaal toe een vis aan de oppervlakte zien, kunnen we niks vangen. Terug aangekomen bij de baai voor het huis volgt een knappe zeeforel van naar schatting 45 cm mijn vlieg tot tegen de steiger, maar daar draait hij schichtig terug weg in de diepte De vis zit er dus blijkbaar, dat is een goed teken. Een kring aan de oppervlakte bevestigt dat nog eens.

 

Na de middag fiets ik naar de ondiepe baai bij het begin van het eiland. Die ligt volledig in de luwte, en ziet er vandaag ideaal uit. Ondertussen ben ik overgeschakeld op een goudkopstreamer haak 10 (staart: zwarte marabou, lijfje: wijnrode dubbing, ribbing: zilvertinsel, hackle: patrijs). Aan de ondiepste kant, waar amper een halve meter water staat, voel ik een tik, maar ik maak de fout om meteen aan te slaan. Ik had echter enkele seconden moeten wachten, om vervolgens heel snel binnen te strippen. Ik vis verder langs een steiger met daaronder een tweetal meter water. ik presenteer een paar meter naast de steiger en vis de vliegen terug. Nu krijg ik wel een duidelijke beet, en ik haak een mooie zeeforel! De vis verzet zich met de typische, vinnige rukken, maar moet zich dan toch gewonnen geven. Het is een schitterende vis van 40 cm! Ik vis nog een halfuurtje voort, maar houd het dan voldaan voor bekeken. Mission accomplished.

 

 

 

Zeeforelvissen is dus gelijk aan doorzetten. Ik spendeerde uren voordat ik mijn eerste zeeforel ving, maar dat maakte die vis net zo de moeite waard. Dat het gelukt is om mijn eerste zeeforellen te vangen en er ook één op de vliegenhengel te landen, maakt deze trip extra geslaagd!

 


 

Terug naar overzicht...

 

 

Clicky